Mensen willen geen hokjes meer, wel labeltjes
Over een maatschappij waarin iedereen wel aanstoot neemt aan iets.
Gaat het niet over de mijter van Sinterklaas of over zijn (zwarte) Pietenbende, dan gaat het wel over de inhoud van de cadeautjes, de gangen van speelgoedwinkels, de verkeerde kleuren en/of labels van (kinder)kleding en de plaatjes op de deuren van openbare toiletten.
Aan de ene kant gruwelen de mensen ervan om in hokjes geplaatst te worden en is de boodschap meestal ‘mij kan je niet in een hokje plaatsen’. En aan de andere kant worden er steeds meer labeltjes geplakt: ‘ik ben hoogsensitief’, ‘hij heeft ADHD’, ‘zij is panseksueel’…
Hokjesdenken
Maar wat is dat eigenlijk met die hokjes? Wie bepaalt wat een hokje is? En waarom willen de mensen er niet in?
- Hokjesdenken of Hokjesgeest is volgens het woordenboek “een ongenuanceerde wereldbeschouwing hebben” en heeft vrijwel altijd een negatieve lading.
- Bekrompenheid van opvatting
Iedereen denkt automatisch in hokjes. Onze hersenen zijn zo ingesteld zodat ze niet te veel informatie moeten verwerken. Maar de informatie die we zo binnenkrijgen is dan wel enkel gebaseerd op het uiterlijk. En daar knelt het schoentje natuurlijk . Je kan iemand niet beoordelen op basis van het uiterlijk.
Een hele persoonlijkheid ontcijferen door gewoon naar iemand te kijken zal je niet lukken, maar je zal wel een paar zaken ontdekken. Is dat dan zo slecht?
Er bestaan vele soorten hokjes en afhankelijk van de persoon die het hokjesdenken doet, zal je in ander hokje komen. Het merendeel van het hokjesdenken zal eerder negatief getint zijn (het wij en zij principe). Maar niet alle hokjes zijn slecht.
Als je mij ziet met mijn kindjes dan kan je mij in het hokje “mama” zetten. Vind ik dat erg? Nee, natuurlijk niet! Ik vind het geweldig. Maar ben ik alleen maar een mama? Dat ook weer niet. Ik ben zoveel meer dan alleen een mama.
Maar zet mij in een hokje met andere mama’s en ik amuseer mij wel. Je hebt altijd wel iets om over te praten. Echt, over kinderen geraak je niet uitgepraat! Een hokje is soms dus gewoon een veilige keuze.
Tenzij je natuurlijk in een negatief hokje wordt geduwd. Op zich heb je daar geen last van, want zo’n hokje is natuurlijk een denkbeeldig iets, maar vaak brengt zo’n hokje ook vooroordelen met zich mee. ‘Alle homo’s praten graag over vrouwendingetjes’, ‘iemand uit een bepaalde wijk werkt niet’, ‘mensen die zich zo kleden zijn bekakt’, ‘jongens mogen niet huilen en meisjes mogen zich niet vuil maken’…
Die laatste uitspraak begint nu steeds vaker een weerwoord te krijgen:
Gender in de blender
Kinderen moeten genderneutraal worden opgevoed. Vind ik niets mis mee. Maar als je kinderen alles moet gaan aanbieden om hen te laten kiezen. Worden ze dan niet een beetje gek? Ik weet dat ik niet te veel soorten broodbeleg op tafel moet zetten want anders slaat het monster tilt vanwege keuzestress (en ik ook een beetje, Haha); chocopasta én kaas én een rolletje vlees, nee andere chocopasta, de kaas ook oprollen, proeven van de boterham van papa, chocolade sinterklaasjes…
Wat moet dat met speelgoed wel niet geven?
Hier in huis gaat de voorkeur dus een beetje uit naar jongensspeelgoed en aangezien de tweede ook een zoontje is, zal er niet snel meisjesspeelgoed bijkomen. Waarom zou ik een pop kopen terwijl de autootjes een groot succes zijn? Mijn man vind het trouwens allemaal geweldig, die beleefd zijn jeugd opnieuw.
Ergens is het toch ook zo dat je je kinderen wilt laten kennismaken met het speelgoed dat jou gelukkig maakte. Ik was zot van knutselen dus ik zal sneller geneigd zijn om naar knutselmateriaal te grijpen dan naar een poppen. Mijn man is dan weer opgegroeid met Lego, dus hij zal blijer worden wanneer er een doos Lego onder de kerstboom ligt (voor de kinderen, he). Dit maakte ons vroeger gelukkig, dus waarom onze kleine niet ook? Leggen we dan onze voorkeur op bij ons kind? Of hebben eigenlijk ónze ouders dat gedaan door ons met dat speelgoed te laten spelen?
Volgens mij is het punt gewoon dat we onze kinderen gelukkig willen maken. Trouwens, op school en/of in de opvang zullen ze genoeg ander speelgoed te zien krijgen om mee te spelen. Het keukentje en de poppenwagen zijn al goedgekeurd, maar ook de autootjes en blokken.
Labeltjes plakken
Oké, de hokjes worden dus afgeschaft want niet iedereen past in een hokje. Iedereen is uniek… en hoe geven we dat aan? Met labeltjes. De muren van de hokjes worden opengebroken, alles is één grote fluïde ruimte geworden. Maar als verdedigingsmechanisme schuilen de mensen nog graag achter hun labeltjes.
Mensen willen niet gescheiden worden van de rest (d.m.v. een hokje) maar ze willen wel onderscheiden worden (d.m.v. een label). Allemaal prima, maar er zijn ook grenzen. Soms past iedereen gewoon niet in het grote universele hok. Neem nu het voorbeeld van een klas. “Andere” kinderen bij “gewone” kinderen in de klas is goed, zo hoort het om een realistisch beeld te geven van de maatschappij. Maar wanneer kinderen benadeeld gaan worden omdat een “ander” kind alle aandacht nodig heeft, komt dit volgens mij niemand ten goede. Te veel kindjes met een handleiding kan verwarrend zijn. Soms is er gewoon meer hulp nodig. Alles heeft zijn grenzen en overal zijn uitzonderingen.
Volgens mij leven we in een wereld waarin iedereen uniek wilt zijn, maar niemand wilt anders zijn.
Trouwens, een kommaneuker zal overal een probleem in kunnen vinden.
°Rose zoekt haar oudste zoon en vind hem in zijn blauw met roze Frozen-tent°
x Rose x
2 reacties
Marieke - designful.nl
Mijn vriend en ik hebben onze zoon dit jaar ook een labeltje gegeven. Het labeltje ADHD. Niet omdat we dat zo graag willen, maar meer om hem hiermee verder te helpen. Vooral op school, want daar zit hij zichzelf het meeste in de weg. En dat is het eigenlijk. Hij zit ons niet in de weg en wij vinden hem niet uitermate druk, maar hij heeft zoveel chaos en drukte in zijn hoofd dat hij zichzelf en zijn concentratie in de weg zit. Uiteindelijk is iedereen er een stuk gelukkiger van geworden en ik ben blij dat we die beslissing gemaakt hebben.
Rose
Is hij nu gelukkiger omdat buitenstaanders hem begrijpen? Want ik kan me best wel voorstellen hoe vervelend het kan zijn als niemand de drukte in je hoofd begrijpt.
Labeltjes kunnen zo hun nut hebben 😉